Dit is een eerbetoon

Ze was pas veertien jaar toen ze bij mijn ouders in de huishouding ging dienen, zoals ze dat vroeger noemde. Mijn zus was nog een peuter en mijn moeder in verwachting van mijn broer. Zelf zei ze daarover ‘Wat wist ik nou van het leven en ik ging altijd zo graag naar school’. Het was in die tijd heel gebruikelijk dat meisjes niet verder gingen studeren, veel gingen dienen bij een gezin.

Ze vertelde ook dat ze het heel goed had bij mijn ouders en dat ze alle ruimte kreeg om te groeien. Wel kwam er al veel op haar bordje omdat ook de ouders én een vrijgezelle tante, zeker geen gezellige tante, van mijn vader bij mijn ouders inwoonden. Mijn ouders hadden een druk bestaan, ze hadden een eigen bedrijf met personeel en ook een druk sociaal leven.

Omdat ze nog zo jong was noemde mijn ouders haar Toosje. Mijn broer had moeite om dit uit te spreken en noemde haar ‘iesje’, hij is haar tot zijn overlijden altijd ‘iesje’ blijven noemen. Ze heeft veel meegemaakt binnen ons gezin en werd enorm gewaardeerd voor wie ze was. Niet voor niets veranderde ‘Toosje’ door de jaren heen naar ‘ons Toos’.

Zes jaar na de geboorte van mijn broer kwam ik ter wereld, een nakomertje zoals ze dat noemde. Ze was inmiddels 21 jaar en toen al enorm lief en zorgzaam, daar plukte ik de vruchten van. Ze overlaadde mij met alle liefde, mijn ouders hadden het immers altijd druk. Ze was er ’s ochtends bij het opstaan en ’s avonds bracht ze mij naar bed. Sterker nog, ze hield mijn hand vast tot ik sliep en ging dan pas naar huis. Dit tot mijn vader daar een stokje voor stak.

Een doorsnee gezin waren we zeker niet, mijn zus ging naar kostschool en mijn broer naar internaat en werden zeker niet ieder weekend naar huis gehaald, mijn ouders hadden het daar te druk voor. Ik werd door hen vreselijk verwend en waar het kon was ik zoveel mogelijk samen met Toos. In de weekenden ging ik vaak met haar mee naar haar thuis, waar ik ook nog eens ontzettend werd verwend.

Ze ontmoette de man van haar leven en tja die kreeg mij er kado bij. Ook na hun trouwen, je kunt denk ik wel begrijpen dat ik bruidsmeisje was bij hun huwelijk. Na haar huwelijk stopte ze met werken bij ons thuis wat ook gebruikelijk was voor die tijd. Ze kregen drie kinderen en ik groeide deels met hen op. Ze namen me mee naar de speeltuin, dierentuin en andere pretparken, iets wat we thuis nooit deden. Met mijn ouders gingen we ieder jaar een paar weken op vakantie en als gezin werd ook alles gevierd, maar een doorsnee gezinsleven hadden we niet. Mijn ouders hadden een grote liefde voor elkaar en zeker ook voor hun kinderen daar bestaat geen twijfel over, ze hadden alleen een te druk bestaan.

Het noodlot kwam toen mijn vader ernstig ziek werd en op mijn negende overleed. Met hem is er toen ook een stukje van mijn moeder meegegaan. Er was crisis in huis, een groot bedrijf met personeel betekende ook veel zorgen. Er werd veel vergaderd bij ons thuis, dit om de toekomst zeker te stellen. Toos was mijn vaste baken, altijd maar weer.

In de pubertijd kwam ik niet meer zoveel bij haar, ik had het te druk met andere ‘belangrijke’ zaken van het leven. Maar toen ik eenmaal, op mijn zeventiende, verkering kreeg met Leon kwam haar belangrijke rol weer terug. Ze was getuigen bij ons huwelijk en verder was ze bij alle belangrijke gebeurtenissen in mijn leven. Ze zag mij moeder worden met al de onzekerheden en ze werden peetoom en peettante van onze jongste zoon. Wat hebben ze onze jongens verwend en heel veel tijd met ze doorgebracht, ook toen ze zelf opa en oma mochten worden. Helaas en tot haar en ieders grote verdriet moesten we plotseling, ruim 17 jaar geleden, afscheid nemen van haar man.

Haar geluk haalde ze daarna uit het zorgen voor haar gezin en ook wij werden met al haar zorgzaamheid omringd. ‘Hedde nog was’ vroeg ze steevast, en ‘komde éte’, ze was een al zorgzaamheid. Toen ik ziek werd, was ze steeds dichtbij en mijn pijn deed haar veel verdriet. 

Als kers op de taart heeft ze mij ook nog oma zien worden van twee kleinzonen.

Net zoals onze kinderen noemde Driek, ons oudste kleinkind, haar tante Toos en hoe kan het ook anders….hij was ook gek op haar. Ook Juus, ons jongste kleinkind, zo klein als hij nog is, omringde ze met haar zorgzaamheid. 

Zelf was ze al jaren ziek, dat was voor haar moeilijk te accepteren. Samen hebben we heel veel ritten naar de Radboud gemaakt en veel gesprekken gevoerd. Ze vertelde over haar zorgen, haar pijn en haar angsten, maar het einde van haar leven was zo goed als niet bespreekbaar. Het deed mij veel verdriet dat ze zo bleef vechten, dat ze niet ging voor kwaliteit maar juist voor kwantiteit.

Nog geen maand geleden zat ik met haar bij een arts, tegen beter weten in had ze toch nog goede hoop. Helaas was er geen hoop meer en dat kwam zo hard bij haar aan, haar wanhoop bracht veel pijn bij mij. Samen lieten we onze tranen vloeien. Met alles wat ik in me had heb ik geprobeerd het haar zo comfortabel mogelijk te maken, maar sjonge jonge wat deed het mij veel verdriet.

Uiteindelijk was haar kaarsje echt op, ze is nog heel diep gegaan voordat ze zei dat ze de pijn niet meer aankon.

Voor ze in slaap werd gebracht hebben we nog in elkaars armen gehuild en gezegd wat we nog wilde zeggen. Ik heb haar bedankt voor alles wat ze voor mij heeft gedaan. Ook zij vertelde nog dat ze het bij ons thuis altijd zo fijn had gehad. Ze zei ook nog ‘ik heb jou ten doop gedragen dat weet je toch wel’ Daarom heb ik hier bij deze blog een foto geplaatst, waarin zij mij ten doop draagt.

Ze was er bij, vanaf mijn geboorte en bij alle belangrijke gebeurtenissen in mijn leven. Ze was er altijd, door dik en dun en steunde mij altijd. Ze kleurde mijn leven zoveel mooier, zij leerde mij hoe een ‘gewoon’ gezinsleven kon zijn en daar plukte mijn gezin ook zeker de vruchten van.

Afgelopen zaterdag namen we afscheid………………..

Dit is een eerbetoon aan de belangrijkste én liefste vrouw uit mijn leven. Ze heeft nu rust en ‘het is goed zo’ zoals we dat dan zeggen, maar wat ga ik haar ontzettend missen!